Van de werkgroep Arbeidsvoorwaarden

23 december 2021

Onze lokale collega’s verdienen alle steun

Onze lokale collega’s zijn voor onze organisatie onmisbaar. Ze verdienen dan ook – juist nu tijdens de Coronacrisis - onze onverminderde steun. Wat de VDBZ betreft betekent dit onder meer dat ze – net als voorgaand jaar -, recht moeten hebben op een thuiswerkvergoeding. Vanuit de VDBZ hebben we hier dan ook bij de SG voor gepleit. Hiertoe is de bestuurder echter niet bereid.

De argumenten die de bestuurder hiervoor aandraagt overtuigen ons niet. Het feit dat elk land eigen (fiscale) regels kent, was vorig jaar ook geen reden om lokale medewerkers geen thuiswerkvergoeding te bieden. Wat ons betreft is hiermee een precedent gezet. Het argument dat, omdat uitgezonden medewerkers geen recht hebben op een thuiswerkvergoeding, lokalen dit ook niet hebben, staat haaks op het argument dat de bestuurder aandraagt om uitgezonden medewerkers uit te zonderen van een thuiswerkvergoeding. Immers kunnen uitgezonden medewerkers geen beroep doen op een thuiswerkvergoeding, omdat hun behuizing wel (deels) wordt vergoed door BZ. Lokale medewerkers hebben deze luxe niet. Vanuit de VDBZ blijven we ons inzetten voor een betere positie van voor de lokale medewerker, inclusief thuiswerkvoorzieningen.  

Thuiswerkvergoedingen op de post en de aanpassing van de ACRU

Dat de uitgezonden medewerkers uitgesloten zouden zijn van een thuiswerkvergoeding was iets wat de VDBZ betreurde. Ook heeft de VDBZ zich uitgesproken dat discussies over vergoedingen voor uitgezonden medewerkers moeten plaatsvinden in het kader ACRU en niet in de Rijksbrede CAO. Wij zullen hier ook bij CNV voor toekomstige CAO-onderhandelingen bovenop blijven zitten. BZK onderhandelt immers ook niet over de buitenlandvergoedingen. Dat de bestuurder van BZ in voorjaar 2021 toch heeft aangestuurd dit via de Rijksbrede CAO te regelen is wat de VDBZ betreft niet voor herhaling vatbaar. Niettemin, om te voorkomen dat de gehele Rijksbrede CAO vast zou lopen zijn we toch akkoord gegaan met de wijziging de ACRU waarmee het resultaat van de Rijksbrede CAO werd vertaald naar onze eigen CAO.

In dit kader zijn er voor posten ook beperkingen aan het recht op onbereikbaarheid. In principe is dit recht niet van toepassing op de posten, maar tegelijkertijd is in de toelichting het volgende opgenomen: het zal blijven draaien om goede afspraken tussen leidinggevende en collega’s.

“Gedurende uw uitzending heeft u geen recht op onbereikbaarheid als bedoeld in de CAO Rijk 2021. Flexibel werken is namelijk inherent aan werken bij een post met een kleine personele bezetting en de noodzaak om als post permanent bereikbaar te zijn voor spoedeisende situaties. Ook tijdens uw plaatsing bij een post geldt echter dat het voor een gezonde werk-privé balans belangrijk is dat u buiten uw arbeidspatroon zoveel mogelijk kunt beschikken over voldoende ongestoorde vrije tijd. En dat het belangrijk is dat u met uw leidinggevende en collega’s afspraken maakt over uw bereikbaarheid rekening houdend met de bijzondere belangen van de post en uw eigen belangen.”

Hybride en Rijnstraat werken

De voorzitter van de OR noemde het al: met name de techniek van het hybride werken blijft een punt van zorg. Vanuit VDBZ blijven we hameren op oplossingen voor de korte termijn (betere ICT of Ipad – waarom werkt bijvoorbeeld teams nog steeds niet op de tablet?) en een permanente oplossing voor de lange termijn: één representatieve lokale voor alle BZ’ers. De tijd van afschuiven op afspraken die door BZK zijn gemaakt, of verwijzen naar Facility Management Haaglanden loopt – na bijna 5 jaar - op zijn eind.