Van de Werkgroep Arbeidsvoorwaarden

05 april 2022

Hybride werken en Rijnstraat 8

De overeenkomst tussen werkgever en werknemer is eigenlijk heel simpel. De werknemer doet werk in opdracht van de werkgever. De werkgever is verplicht om te zorgen voor salaris en een werkplek/middelen om het werk te verrichten.

Afspraken tussen werkgever en werknemer over het verrichten van werk zijn nooit het probleem geweest met het hybride werken. Het probleem is heel simpel: de bits en bites van het werken op de Rijnstraat (of vanuit huis) zijn nog steeds niet op orde. De Rijksoverheid schiet al jaren tekort in het aanbieden van de middelen en locatie(s) om goed ons werk te kunnen doen. Daarmee dreigt, langzaam maar zeker, een deel van de verplichtingen van de werkgever afgeschoven te worden op de werknemer. Dat kan niet volledig worden afgekocht met extra middelen voor het inrichten van een thuiswerkplek of een bureaustoel.

Natuurlijk is voorzichtigheid bij de terugkeer naar Rijnstraat 8 vlak na Covid verstandig. Ook het behoud van flexibiliteit is voor velen prettig. Een minimum aantal dagen op de Rijnstraat is vanuit de werkgever te begrijpen, maar voor degene die vijf dagen per week op kantoor willen zijn, moet dit ook mogelijk zijn. Flexibiliteit betekent rekening houden met de behoefte van de individuele medewerker. Als men liever op kantoor op een concentratieruimte wil werken, dan moeten deze beschikbaar zijn. Dat men niet geconcentreerd kan werken op de Rijnstraat is geen probleem van de werknemer maar van de werkgever. Een kantoor is meer dan een ontmoetingsplek, ideeënhub of inspiratiepaleis: het is een plek, waar je - hoe zeg je het - zou moeten kunnen werken.

De tijd van inventariseren "Hoe maken we het hybride werken tot een succes?" is voorbij. Bij onze achterban zien wij algehele inventarisatiemoeheid (dit geldt overigens ook voor het MTO). Eindeloos en zinloos inventariseren lijdt tot cynisme: als we al jaren aangegeven wat er mis is en er gebeurt niks mee, waarom zou je het dan nog zeggen? Als je dak lekt heb je ook niks aan een dakdekker die dit vijf keer constateert zonder dat hij de hamer, bitumen of dakpannen erbij pakt. Niettemin, uit diplomatieke beleefdheid, voor de zekerheid, nog één keertje een aantal - including but not limited to - problemen met hybride werken en Rijnstraat 8:

1) Er zijn te weinig werkplekken en toegewezen concentratieruimtes;

2) Er zijn veel te weinig geschikte vergaderruimtes; de boeksystemen zijn onnodig complex;

3) Het gebouw is niet representatief;

4) De prijzen van catering, koffie, broodjes en technische ondersteuning zijn exorbitant hoog;

5) Het gebouw heeft constante kinderziektes: van instabiele vloeren tot barstende ramen en verstopte WC's;

6) De ventilatie is regelmatig niet op orde en de ramen kunnen niet overal open;

7) De samenwerking met FMH is op zijn zachtst gezegd moeizaam; er wordt niks gedaan met klachten;

8) Een deel van de medewerkers zit nog steeds niet in de unilocatie maar afgezonderd op Terminal-Zuid;

9) De vergoedingen voor het thuiswerken in Nederland (2 euro per dag) zijn gezien de huidige energieprijzen veel te laag;

10) Er moet een structurele thuiswerkregeling komen voor lokale medewerkers;

11) De ICT schiet nog veel te vaak tekort, Myroom werkt onvoldoende, MS teams kan niet op tablets worden gebruikt.

Hiermee zijn we wat de VDBZ betreft na jaren praten inmiddels echt uit-geïnventariseerd. Nu is het tijd voor actie. Komt het niet van de bestuurder dan komt het op termijn van de bonden.

Problemen met banken

Vanuit de VDBZ zijn de problemen die leden hebben met banken - van extra informatieverzoeken tot spontane blokkeringen van rekeningen en creditcards en weigering van verstrekken hypotheken - door overcompliance met Europese wetgeving aangekaart bij SG. Wij zijn SG dankbaar dat hij heeft aangeven bereid te zijn hierover in gesprek te gaan met de Nederlandse Vereniging van Banken. Wij horen graag van jullie of er aanvullende problemen zijn met Nederlandse banken tijdens plaatsingen in het buitenland.

NB. Deze problematiek staat los van de discussie over de overdrachtsbelasting. Hierover kwam de VDBZ, in overleg met onze fiscalist, vorig jaar met het volgende advies:

Allereerst: de belastingdienst oordeelt zelf alleen in individuele gevallen, de notaris speelt ook een rol in het vaststellen van de gangbare regels. Omdat het om nieuwe regels gaat is er overigens ook bij de belastingdienst nog veel onduidelijkheid over de toepassing. Het advies van onze fiscalist is dan ook niet algemeen bindend: in alle gevallen roepen wij onze leden op om individueel advies in te winnen. Niettemin ontstaat het volgende algemene beeld:

Je koopt een woning terwijl je in het buitenland woont

Koop je een woning vanuit het buitenland en ga je niet binnen een maand in deze woning wonen, (dat wil zeggen er ingeschreven staan en daadwerkelijk wonen), dan loop je een reëel risico dat je het hogere tarief van 8% betaalt.

Je koopt een woning vlak voordat je naar het buitenland vertrekt

Dan moet je hier in beginsel minimaal 6 maanden wonen (mogelijk langer, de wet is niet geheel helder). Anders loop je het risico om alsnog het tarief van 8% te moeten betalen.

Je koopt een woning samen met je partner, jij zit op de post en de partner in NL

Dan betaal je over het deel dat de in het buitenland woonachtige BZ'er inbrengt in de aanschaf van de woning het tarief 8%. Wij raden je aan in dit geval advies in te winnen.

Verkiezingen ABP

Binnenkort zijn weer de verkiezingen voor het verantwoordingsorgaan van het Algemeen Burgerlijk Pensionfonds. Stemmen kan van 4 tot en met 24 april, eenvoudig online of telefonisch. Houd www.abp.nl/verkiezingen in de gaten voor uitleg over stemmen. Vanuit de VDBZ steunen we de lijst van onze Moederbond CNV. Wij hopen van harte dat we op jullie steun kunnen rekenen. Zie voor meer informatie over de kandidaten en het programma.